We sluiten deze speciale editie van ons e-magazine af met de overige voorstellen uit de Miljoenennota 2025. Onderwerpen die hier bijvoorbeeld aan de orde komen zijn: duurzaamheid, btw en pensioen. Ook op internationaal gebied verandert er veel in het Belastingplan 2025. Genoeg om over te bomen. Wellicht zijn deze onderwerpen voor jou als ondernemer interessant.

1. Verhoging btw-tarief cultuur, sport, boeken, hotels
Het verlaagde btw-tarief van 9% voor cultuur, media, logies (hotels, vakantiewoningen en stacaravans), boeken en sport vervalt vanaf 1 januari 2026. Het algemene btw-tarief van 21% wordt dan van toepassing. Lees meer


2. Verhoging tarief kansspelbelasting
De kansspelbelasting stijgt in 2025 van 30,5 naar 34,2%. Vanaf 1 januari 2026 bedraagt het tarief 37,8%.


3. Wijziging regels btw voor antiek-, kunst- en verzamelvoorwerpen
Op dit moment is een margeregeling van toepassing op de verkoop van antiek-, kunst- en verzamelvoorwerpen als deze tegen het verlaagde btw-tarief (9%) zijn ingevoerd of verkregen. Dit houdt in dat bij verkoop van deze goederen de btw niet wordt berekend over de verkoopprijs, maar over het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs inclusief btw. Op basis van EU-recht moet Nederland dit wijzigen voor antiek, kunst- of verzamelvoorwerpen. Vanaf 1 januari 2025 mag de margeregeling niet meer worden toegepast voor deze voorwerpen als deze zijn aangekocht tegen een verlaagd btw-tarief.


4. Tijdelijke verlenging energiefonds
Voor huishoudens die hun energierekening niet kunnen betalen, wordt geld beschikbaar gesteld uit het energiefonds. In dit energiefonds wordt voor zowel 2025 als 2026 60 miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld om huishoudens te ondersteunen.


5. Beëindiging salderingsregeling 
Vanaf 2027 kunnen kleinverbruikers de ingevoerde elektriciteit (teruglevering), als elektriciteit opgewekt met zonnepanelen of uit andere hernieuwbare bronnen, niet meer salderen met de afgenomen elektriciteit. Ze ontvangen een redelijke vergoeding voor alle ingevoerde elektriciteit en betalen het volledige leveringstarief voor de afgenomen elektriciteit, inclusief energiebelasting en btw. De ACM ziet toe op de redelijkheid van deze vergoedingen.


6. Wijziging energiebelasting
De energiebelasting op aardgas tot een verbruik van 170.000 m3 wordt verlaagd met 2,8 cent per m3 in 2025, oplopend naar 4,8 cent per m3 in 2030. Zowel huishoudens als bedrijven profiteren van deze aanpassing in de tarieven.


7. Nieuw tarief voor waterstof 
Energiebelasting is belasting die betaald moet worden voor het gebruik van gas en elektriciteit. De betalingen worden via de energieleverancier afgedragen aan de Belastingdienst. Op dit moment is er geen fiscale stimulans om waterstof te gebruiken, omdat het energetisch verbruik van waterstof en aardgas volgens hetzelfde tarief belast worden. Om het waterstofgebruik te stimuleren, wordt per 1 januari 2026 het energetisch verbruik van waterstof belast met een lager tarief dan het tarief dat geldt voor energetisch verbruik van aardgas. 


8. CO2-heffing glastuinbouw
Er wordt een nieuw vastgesteld tarief opgenomen in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm). Het bindingscriterium wordt vervangen door de eis dat ten minste 75% van de met aardgas opgewekte warmte direct of indirect naar één of meer glastuinbouwbedrijven wordt getransporteerd. Daarnaast wordt de aangiftetermijn voor de CO2-heffing glastuinbouw vastgesteld op minimaal drie maanden na het einde van het tijdvak waarover aangifte wordt gedaan.


9. Verlaging budget energie-investeringsaftrek (EIA)
Het budget van de energie-investeringsaftrek wordt verlaagd om de langzamere infasering van de CO2-heffing glastuinbouw te compenseren. 


10. Afschaffing vrijstelling duaal verbruik in kolenbelasting 
De vrijstellingen in de kolenbelasting voor duaal gebruik van kolen en non-energetisch gebruik van kolen, worden per 2027 afgeschaft. Daarmee wil het kabinet het kolengebruik in Nederland uitfaseren en tegelijk een budgettaire opbrengst genereren.


11. Aanpassing waardeoverdracht pensioen
In sommige internationale situaties bleef een in het buitenland opgebouwd pensioen (tot en met 1994) onbelast. Een maatregel in 2010 om deze pensioenen alsnog te belasten, werd door een arrest van de Hoge Raad van 18 oktober 2019 ongedaan gemaakt. Daarom is voorgesteld om de Invoeringswet Wet IB 2001 aan te passen, zodat belasting kan worden geheven over deze pensioenuitkeringen.


12. Gelijke behandelingen legatarissen en erfgenamen bij lijfrenten en pensioenen 
Bij overlijden kunnen lijfrenterekeningen, lijfrentebeleggingsrechten en oudedagsverplichtingen alleen naar een erfgenaam overgaan, maar niet naar een legataris. Dit is iemand die in een testament is aangewezen om een specifiek goed, geldbedrag of recht te ontvangen. Wanneer een partner legataris is, wordt de lijfrenterekening of -voorziening als ‘onzuiver’ beschouwd. Dit betekent dat belasting wordt geheven over de waarde in het economisch verkeer. Om dit te voorkomen, wordt de regelgeving aangepast. Legatarissen worden voortaan van rechtswege gelijk behandeld als erfgenamen.


13. Leeftijdsgrens toeslagpartnerschap vervalt
Vanaf 1 januari 2025 vervalt de leeftijdsgrens van 27 jaar voor ouders en (stief-/pleeg)kinderen in het toeslagpartnerbegrip. Dit betekent dat ouders en kinderen niet langer als toeslagpartners worden aangemerkt als zij op hetzelfde adres wonen, ongeacht hun leeftijd. Hiermee wordt voorkomen dat toeslagen worden misgelopen of mogelijk worden teruggevorderd.


14. Afschaffing inkoopfaciliteit dividendbelasting teruggedraaid 
Beursgenoteerde bedrijven hoeven geen dividendbelasting te betalen wanneer zij hun eigen aandelen terugkopen. Deze vrijstelling geldt onder bepaalde voorwaarden en grenzen. Oorspronkelijk zou deze vrijstelling vervallen per 1 januari 2025, maar dit besluit is teruggedraaid.


15. Verplichte toepassing van de inhoudingsvrijstelling 
In Nederland kunnen bedrijven er in bepaalde situaties voor kiezen om geen dividendbelasting in te houden en af te dragen. Deze keuze vervalt, zodat de ontvanger – indien nodig – bezwaar kan aantekenen.


16. Nieuw groepsbegrip bronbelasting 
De Nederlandse Wet bronbelasting 2021 is gewijzigd met een nieuwe belasting op rente- en royaltybetalingen. Deze belasting geldt voor betalingen van Nederlandse bedrijven aan bedrijven in landen met lage belastingen. Vanaf 2024 geldt deze belasting ook voor specifieke vormen van dividendbetalingen. Omdat de regels voor groepen bedrijven onduidelijk waren, heeft de overheid een nieuw begrip geïntroduceerd: de ‘kwalificerende eenheid’. Dit nieuwe begrip zorgt ervoor dat bedrijven die samenwerken om belasting te ontwijken, samen worden belast.

TOT SLOT