FISCAAL
Vanaf 2025 kunnen we een ‘plusje’ in onze portemonnee verwachten. Dat kondigde koning Willem-Alexander aan in zijn troonrede. Het kabinet zet in het Belastingplan 2025 in op lastenverlichting voor werkende middeninkomens. Je kan rekenen op een lagere inkomstenbelasting, verlaagde energiebelastingen en een verhoging van toeslagen, zoals huurtoeslag en kindgebonden budget. Deze maatregelen zijn gericht op het verlichten van financiële lasten en het versterken van de koopkracht.
1. Verlaging tarieven box 1 en algemene heffingskorting
Per 1 januari 2025 wordt een extra, verlaagde eerste schijf in box 1 geïntroduceerd. Dit zorgt voor een gerichtere lastenverlichting bij middeninkomens. Lees meer
2. Verlaging toptarief box 2
Sinds 1 januari 2024 is het uniforme tarief van box 2 vervangen door twee tarieven. Voor ontvangen dividenden tot € 67.000 geldt in 2024 een tarief van 24,5%. Dit tarief blijft in 2025 gelijk, maar geldt dan voor dividenden tot € 67.804. Lees meer
3. Tarieven box 3 – sparen en beleggen
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de huidige wetgeving van box 3 niet voldoet aan Europese wetgeving. Dit betekent dat je bij de belastingheffing in box 3 kan kiezen tussen het fictieve rendement of het daadwerkelijke rendement. De exacte manier waarop het daadwerkelijke rendement moet worden bepaald en aangegeven, is nog niet helemaal duidelijk. Het tarief van box 3 wijzigt niet en blijft 36% in 2025.
4. Ongewijzigde tarieven vennootschapsbelasting
De tarieven in de vennootschapsbelasting blijven ongewijzigd. Vanaf 1 januari 2025 geldt een tarief van 19% voor de eerste € 200.000 aan belastbare winst. Voor de winst boven dit bedrag blijft het tarief 25,8%.
5. Tarieven box 1
De belastingheffing over inkomen uit werk en woning wordt op de volgende punten aangepast: per 1 januari 2025 wordt een extra, verlaagde eerste schijf in box 1 geïntroduceerd. En het inkomen dat geldt in de derde schijf is vastgesteld op een lager bedrag dan op basis van indexatie zou zijn bepaald. Hierdoor vallen belastingplichtigen eerder in de derde schijf. Lees meer
6. Verhoging arbeidskorting
De arbeidskorting wordt met € 67 verhoogd voor de lagere en middeninkomensgroepen. Werkenden met een salaris tot bijna € 44.000 gaan er hierdoor op vooruit.
7. Box 3 – Sparen en beleggen
Vooralsnog wordt vanaf 2027 het daadwerkelijke rendement in box 3 belast. Tot die tijd blijven fictieve rendementen het uitgangspunt. Er zijn drie categorieën: bank- en spaargelden, beleggingen en schulden. Lees meer
8. Afschaffen Inkomensafhankelijke combinatiekorting uitgesteld tot 2027
De Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting voor alleenstaande ouders of de minstverdienende partners die werk en zorg voor jonge kinderen combineren. Per 1 januari 2025 zou deze heffingskorting afgeschaft worden. Dit is uitgesteld tot 2027.
9. Kindgebonden budget
Vanaf 1 januari 2025 wordt het kindgebonden budget verhoogd naar € 2.511. Daarna volgen verdere verhogingen: in 2026 met € 66, in 2027 met € 64 en in 2028 opnieuw met € 66. Vergeleken met 2024 betekent dit dat het kindgebonden budget in 2025 met € 184 stijgt, in 2026 met € 250, in 2027 met € 314 en in 2028 met € 380.
10. Afbouw heffingskorting
In 2024 bedraagt de maximale algemene heffingskorting € 3.362. Deze korting wordt geleidelijk minder naarmate het inkomen toeneemt, beginnend bij een inkomen van € 24.813. Vanaf 2025 is de afbouw van de algemene heffingskorting niet alleen gebaseerd op het inkomen uit werk en woning, maar ook op het verzamelinkomen. Lees meer
11. Extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit
De aftrek van extra vervoerskosten door ziekte of invaliditeit wordt in 2025 eenvoudiger. Belastingplichtigen hoeven geen complexe berekeningen meer te maken; voor het bezoeken van een arts, ziekenhuis of apotheek kunnen ze een vast bedrag van € 0,23 per kilometer aftrekken. Voor extra vervoerskosten door ernstige ziekte of handicap kan bovendien een vast bedrag van € 925 in aftrek gebracht worden. Het bewaren van bonnen voor bijvoorbeeld benzine is niet meer nodig. Voor reiskosten met de taxi of het openbaar vervoer blijven de werkelijke kosten aftrekbaar.
12. Fiscale oplossing voor eenverdieners onder sociaal minimum
Door een combinatie van belastingregels, toeslagen en sociale zekerheid is er een groep huishoudens die zonder extra maatregelen onder het sociaal minimum uitkomt. Deze huishoudens hebben een lager besteedbaar inkomen dan een bijstandsgezin. Met ingang van 1 januari 2028 wordt het voor een bepaalde groep alleenverdieners met een arbeidsongeschiktheidsuitkering mogelijk om de algemene heffingskorting over te dragen aan de partner.
13. Kwijtscheldingswinst voor toetsingsinkomen toeslagen
Bij een zakelijke kwijtschelding van een schuld ontstaat kwijtscheldingswinst. Normaal gesproken wordt deze winst bij de inkomsten- en vennootschapsbelasting belast, maar onder bepaalde voorwaarden geldt een vrijstelling. Deze vrijstelling geldt niet als de kwijtscheldingswinst kan worden verrekend met verliezen uit eerdere jaren. Deze kwijtscheldingswinst verhoogt je toetsingsinkomen voor toeslagen. Dit kan leiden tot een verminderd recht op toeslagen. Om ondernemers in een financieel kwetsbare situatie te ondersteunen, wordt de kwijtscheldingswinst niet meegenomen in het toetsingsinkomen. Dit betekent dat je sneller recht hebt op toeslagen.
14. Bepaling hoogte percentage belastingrente
Het wordt vanaf 1 januari 2025 mogelijk om verschillende percentages te hanteren voor het in rekening brengen en vergoeden van belastingrente. Deze wijziging zorgt ervoor dat de rente minimaal gelijk moet zijn aan de rente die je als belastingplichtige bij een bank zou kunnen krijgen.