Op vastgoedgebied verandert veel voor beleggingsvastgoed. Zo wordt beleggingsvastgoed uitgezonderd voor de BOR en FBI (Fiscale Beleggingsinstelling). Ook worden belastingconstructies aangepakt. Op deze pagina van de Prinsjesdagspecial lees je de belangrijkste wijzigingen rondom vastgoed en de eigen woning in het Belastingplan 2024.
1. Reparatie in eigenwoningregeling bij partners
Onder bepaalde omstandigheden maakt het uit of de te verkopen oude woning wordt verkocht voordat of nadat de nieuwe woning wordt gekocht en betrokken. Dit speelt bij partners waarbij een of beide fiscale partners een eigenwoningverleden heeft. Dit wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2022 opgelost.
2. Schenkvrijstelling eigen woning afgeschaft
De verruimde schenkingsvrijstelling voor de eigen woning (ook wel de jubelton genoemd) wordt per 1 januari 2024 volledig afgeschaft. In aanloop daartoe was deze vrijstelling van € 106.671 (2022) per 1 januari 2023 al verlaagd tot € 28.947.
3. Aanpak vastgoedaandelentransacties
Het kabinet constateert dat het mogelijk is om nieuwe onroerende zaken over te dragen via een aandelentransactie zonder dat btw of overdrachtsbelasting is verschuldigd. Het kabinet wil dit voorkomen door aanpassing van de samenloopvrijstelling. Lees meer
4. Geen vastgoedbelegging meer voor de FBI
Het FBI-regime zal niet langer directe beleggingen in vastgoed toestaan.
5. Tijdelijke vrijstelling overdrachtsbelasting voor omzetting van een Fiscale Beleggingsinstelling (FBI) in een fiscaal transparante Fonds voor Gemene Rekening (FGR)
Vanaf 1 januari 2025 mag een FBI niet meer direct beleggen in Nederlands of buitenlands vastgoed. Om te voorkomen dat hiervoor overdrachtsbelasting is verschuldigd, gaat een voorwaardelijke vrijstelling gelden. Deze vrijstelling geldt vanaf 1 januari 2024 tot en met 31 december 2024. Voor herstructureringen die zijn vrijgesteld van overdrachtsbelasting op grond van deze tijdelijke vrijstelling geldt bovendien dat de FBI-status niet met terugwerkende kracht komt te vervallen. Voor het verkrijgen van deze tijdelijke vrijstelling van overdrachtsbelasting moet, net als voor andere vrijstellingen in de overdrachtsbelasting, aangifte worden gedaan.
6. Aanpassing vergoeding bij no cure, no pay WOZ en bpm
Vergoedingen voor professionele bijstand in bezwaar- en beroepsprocedures (proceskostenvergoedingen) tegen beschikkingen en aanslagen WOZ en bpm worden vanaf 1 januari 2024 zo veel mogelijk op de bankrekening van de belanghebbende overgemaakt. Ze worden dus niet meer betaald aan het no cure, no pay-bureau. De hoogte van de proceskostenvergoeding wordt forfaitair bepaald. Dat forfait gaat ook omlaag. Deze aanpassing moet de no cure, no pay-zaken ontmoedigen.
WONING EN VASTGOED