ONDERNEMER
Wat heeft de Miljoenennota 2024 in petto voor jou als ondernemer? Van opsplitsing van box 2 in twee schijven tot het verlagen van de mkb-winstvrijstelling: waar moet je als ondernemer op letten? En wat speelt er op het gebied van de bedrijfsopvolgingsregeling en de doorschuifregeling? Ook wordt ingezet op verdere vergroening van het belastingstelsel. Je leest er alles over op deze pagina van de Prinsjesdagspecial.
1. Ongewijzigde tarieven vennootschapsbelasting
De tarieven in de vennootschapsbelasting blijven ongewijzigd. Zo bedraagt het tarief vanaf 1 januari 2024 19% tot een belastbare winst van € 200.000 en het tarief van het bedrag daarboven bedraagt 25,8%.
2. Verlaging mkb-winstvrijstelling van 14 naar 12,7%
De mkb-winstvrijstelling is een aftrekpost op de fiscale winst in de inkomstenbelasting. Je krijgt deze vrijstelling als je ondernemer bent. Deze mkb-winstvrijstelling wordt per 2024 verlaagd van 14 naar 12,7%. Ondernemers betalen hierdoor belasting over een groter deel van hun winst. Tip: bekijk of je bepaalde kosten kunt uitstellen naar 2024, zodat de winst lager is en je minder belasting betaalt over deze winst. Tip: stem met je relatiebeheerder af of ondernemen in de inkomstenbelasting voor jou nog steeds de beste keuze is.
3.Verlaging zelfstandigenaftrek
De zelfstandigenaftrek is een bedrag dat ondernemers in de inkomstenbelasting mogen aftrekken van hun winst, mits ze 1.225 uur hebben gewerkt als ondernemer. De eerder ingezette verlaging van de zelfstandigenaftrek zet door en gaat van € 5.030 in 2023 naar € 3.750 in 2024. De jaarlijkse afbouw van de zelfstandigenaftrek leidt uiteindelijk tot een aftrek van € 900 in 2027. Lees meer
4. Afschrijvingsbeperking gebouwen in de inkomstenbelasting
Voor ondernemers en resultaatgenieters in de inkomstenbelasting wordt de afschrijving op gebouwen in eigen gebruik beperkt tot de WOZ-waarde. In de winstsfeer en in de sfeer van resultaat uit overige werkzaamheden is afschrijving op een gebouw alleen mogelijk als de boekwaarde hoger is dan de bodemwaarde van het gebouw. Lees meer
5. Box 2 opgesplitst in twee schijven
Heb je meer dan 5% van de aandelen, winstbewijzen of stemrecht in een vennootschap? Dan ben je aanmerkelijkbelanghouder. De inkomsten die je uit dit belang krijgt (zoals dividend), zijn belast in box 2. Lees meer
6. Tarieven en schijven vennootschapsbelasting
Aan de tarieven en schijven van de vennootschapsbelasting wordt voor 2024 niet gesleuteld. Voor ondernemers in de vennootschapsbelasting betekent dit dat er rekening moet worden gehouden met dezelfde tarieven en schijven als in 2023. Lees meer
7. Wijzigingen bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR)
Bij de schenking van ondernemingsvermogen kan je gebruikmaken van fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen in de inkomstenbelasting (DSR) en schenk- of erfbelasting (BOR). Doel van de fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen is te voorkomen dat bij de schenking of vererving van ondernemingsvermogen de belastingheffing bij reële bedrijfsoverdrachten de continuïteit van de onderneming in gevaar brengt, omdat er onvoldoende middelen zijn om heffing te voldoen. Je kan met deze fiscale stimulans het stokje aan de volgende generatie doorgeven. Lees meer
8. Verruiming herinvesteringsreserve bij staking
Bij het staken van een onderneming behoort de meerwaarde van de onderneming (stille reserves en goodwill) tot de winst. In bepaalde gevallen kan de belastingheffing over deze winst worden uitgesteld door een herinvesteringsreserve te vormen. De toepassing van de herinvesteringsreserve bij een staking van een gedeelte van een onderneming als gevolg van overheidsingrijpen wordt ruimer. Lees meer
9. Afschaffen giftenaftrek voor vennootschappen
Ondernemingen die belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting kunnen zakelijke kosten aftrekken. Daaronder vallen onder andere zakelijke uitgaven die bijvoorbeeld gestoeld zijn op het mvo-beleid, sponsoring of reclame. Lees meer
10. DAC7: informatieverplichting digitale platformen
Per 1 januari 2023 is DAC7 in werking getreden. Dit is een nieuwe Europese richtlijn die de fiscale transparantie in de digitale economie moet verbeteren. Digitale platformen worden door toepassing van deze richtlijn verplicht om gegevens van hun verkopers te verzamelen en te verstrekken aan de Belastingdienst. Lees meer
11. Algemeen btw-tarief op agrarische goederen en diensten
Het verlaagde btw-tarief voor agrarische goederen en diensten is geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie wordt het algemeen btw-tarief per 1 januari 2025 toegepast op leveringen van bepaalde agrarische goederen. Tot en met 2024 zijn leveringen van bepaalde agrarische goederen belast tegen een verlaagd btw-tarief. Voorbeelden zijn peulvruchten en granen die niet als voedingsmiddel kwalificeren, pootgoed, vee, beetwortelen, land- en tuinbouwzaden, rondhout, stro, veevoeders, vlas en wol.
12. Belegging via familiefondsen (FGR) en open cv direct belast in box 3
Per 1 januari 2025 worden fondsen voor gemene rekening (FGR) fiscaal transparant wanneer ze niet over een AFM-vergunning beschikken én onder toezicht staan van De Nederlandsche Bank (DNB). Denk hierbij onder andere aan de zogeheten familiefondsen. Lees meer
13. Energie-investeringsaftrek (EIA) verlaagd
Investeer je als ondernemer in energievriendelijke bedrijfsmiddelen? Dan is het mogelijk om een bepaald percentage over het investeringsbedrag direct af te trekken van de winst via de energie-investeringsaftrek (EIA). Doordat de winst daarmee lager uitvalt, bespaart de ondernemer belasting. Voor het jaar 2023 is het percentage 45,5. Dit percentage wordt met ingang van 2024 naar 40 verlaagd. Tip: overweeg je een investering in energievriendelijke bedrijfsmiddelen? Dan is het wellicht interessant om dit nog in 2023 te doen.
14. Aanpassing tarieven en schijven energiebelasting
Er wordt een aantal maatregelen genomen met betrekking tot de energiebelasting. Deze belasting wordt geheven over de levering of het verbruik van elektriciteit en aardgas. Lees meer
15. Veranderingen voor de glastuinbouw
Het verlaagde tarief in de energiebelasting voor de glastuinbouw wordt met ingang van 2025 geleidelijk afgebouwd. De bedoeling is dat het verlaagde tarief per 2030 volledig is afgeschaft. Ook wordt met ingang van 1 januari 2025 een CO2-heffing voor de glastuinbouw geïntroduceerd.